Vergiftiging treedt sneller op dan men gelooft. Wij zijn omringd door onnatuurlijke stoffen die irritaties en verschillende aandoeningen kunnen veroorzaken. We noemen er hier enkele op hoewel er nog veel meer zijn.
Lees ook de artikels:
>> De naakte waarheid over Aloë vera
>> Waarom Cortisone zalf niet helpt
>> Oorzaken en gevolgen van lekkende darmsyndroom
Koperen potten en pannen leiden tot vergiftiging
Vroeger gebruikte men vaak koperen potten en pannen. Een beetje welvarend gezin had ze in huis. Tegenwoordig is men hier van teruggekomen, vooral sedert de kennis van de vitaminen gemeengoed is geworden. Men heeft vastgesteld dat koper als katalysator werkt en vitamine C vernietigt. Als men bijvoorbeeld rozebottel- of berberisgelei in een koperen pan zou koken, zou er nog maar heel weinig vitamine C over zijn. Dit in tegenstelling tot een geëmailleerde of stalen pan. Het is voor onze gezondheid dus beter, het voedsel niet in koperen potten of pannen te bereiden. Koper oxydeert bovendien heel gemakkelijk en de uitwerking van kopergroen is ons allen wel bekend.
Ik heb al vaak aandoeningen van het maag- en darmslijmvlies geconstateerd, die door het gebruik van dit metaal waren veroorzaakt. Ook de lever kan er flink van te lijden hebben. Immers, alles wat via de poortader uit de spijsverteringsorganen komt — dus ook de gifstoffen — moet door de lever worden verwerkt. Wanneer regelmatig vrij grote hoeveelheden van zulke metaaloxyden en -zouten in het lichaam terechtkomen, kan er gemakkelijk geelzucht ontstaan.
In het bloedbeeld zijn bij kopervergiftiging, bepaalde vormen van anemie (bloedarmoede) vastgesteld . En dan niet te vergeten de nieraandoeningen.
Bovendien zijn, evenals bij het gebruik van aluminium, ook bij koper lichte stoornissen in het centrale zenuwstelsel waargenomen.
Koper en gezondheid
Er is dus alle reden ons keukengerei aan een onderzoek te onderwerpen en koperen potten en pannen met het oog op onze gezondheid niet meer voor kookdoeleinden te gebruiken. In de homeopathie wordt cuprum (koper) tot D20 gebruikt. Wanneer zelfs bij zo’n hoge potentie nog een bepaalde werkzaamheid kan worden vastgesteld, moeten we met koper dus wel erg voorzichtig zijn.
Interessant is ook de uitwerking van koper op infusoriën. Wanneer u een zakje met wat kopergroen in water legt, zult u zien dat de verschillende daarin levende kleine schimmels, algen, bacteriën en andere micro-organismen worden vernietigd. Zonder dat het koper daarbij zelf veel aan massa verliest, kan dit metaal een dermate sterke katalyserende werking uitoefenen, dat deze kleine organismen erdoor te gronde gaan. Koper werd dan ook lang als antibacterieel middel gebruikt (en in beperkte mate nog).
Het gebruik van licht verzilverd of vernikkeld koperen speelgoed, heeft vaak schadelijke gevolgen gehad. Wanneer namelijk bij het spelen de buitenste laag eraf slijt, kan het geoxydeerde metaal de kinderen schade berokkenen.
We dienen koper dus met een zekere voorzichtigheid te gebruiken. Wie gezond wil koken en leven, zal in de eerste plaats voor onschadelijk keukengerei moeten zorgen. Er zijn tegenwoordig immers al genoeg schadelijke invloeden. Denkt u alleen maar eens aan de verschraalde voedingsmiddelen waarin soms zelfs chemische toevoegingen en conserveringsmiddelen zijn verwerkt of die door bespuitingsmiddelen en bemesting met chemische stoffen zijn vergiftigd. Wij moeten er dus op bedacht zijn het voedsel in onze eigen keuken niet nog verder te verarmen.
Metaalzouten zijn gevaarlijk
Zware metalen zijn geen lachertje en kunnen vergiftiging veroorzaken. Tijdens een voordracht heeft een arts ons toegelicht dat metaalzouten, in het bijzonder die van zware metalen, zich in het lymfklierstelsel van de mens afzetten. Andere onderzoekers toonden aan, hoe zulke zouten in de nieren een barrière kunnen vormen. Ze kunnen ook in het ruggemerg blijven zitten en tientallen jaren later nog moeilijkheden veroorzaken. Het laatstgenoemde verschijnsel is vooral bij arsenicum waargenomen.
Ook plantaardige giftstoffen kunnen ons ernstige schade berokkenen. Toch worden deze meestal weer gemakkelijk uitgescheiden, terwijl de metallieke giften in het lichaam blijven zitten. Het zijn die metalen die na tientallen jaren nog problemen kunnen veroorzaken. Het is nog niet opgehelderd, in hoeverre metallieke giften bij het ontstaan van verlammingen, spieratrofie, auto-immuunziekte zoals psoriasis , lymfogranulomen en aandoeningen van de wervelkolom en het ruggenmerg een rol spelen.
Hoe nemen wij metaalzouten op?
In de eerste plaats kunnen verschillende medicijnen worden genoemd. Wanneer wij bijvoorbeeld Salvarsan innemen, zullen wij ook kwikzilver en arsenicum binnenkrijgen. Voor het bloed worden, zoals bekend is, ijzer- en koperhoudende geneesmiddelen toegediend. Probeer gezond te leven en vermijd alle vormen van medicatie om vergiftiging te vermijden.
In de tweede plaats kunnen de metaalzouten worden genoemd die bij verscheidene conserveringsprocessen nog altijd worden toegepast. Ook de bespuitingsmiddelen die koper, lood, arsenicum en andere stoffen bevatten, dienen niet onvermeld te blijven. Ze zijn bij het bespuiten zelf gevaarlijk — we kunnen ze inademen — maar wij kunnen ze ook bij het eten van groenten en fruit binnenkrijgen. De gifstoffen hechten zich namelijk sterk aan de groente en het fruit, en laten zich zelfs door het wassen nauwelijks verwijderen. Daarom is het belangrijk dat we groenten en fruit altijd schillen voordat we het opeten.
Men heeft er eigenlijk nog geen idee van, hoeveel van de huidige, vaak nieuwe ziekteverschijnselen, met de sluipende werking van metaalzouten in verband staan. Soms treedt er bijvoorbeeld een gedeeltelijke of gehele verlamming op, die de arts voor een onoplosbaar raadsel plaatst. Zo’n slepende ziekte die met veel lijden gepaard gaat, is — behalve aan de gevolgen van straling — zeer waarschijnlijk aan metaalzouten toe te schrijven. Wij kunnen daarom niet voorzichtig genoeg zijn.
Enkele ervaringen over bespoten vruchten
Je kan bijvoorbeeld een vergiftiging oplopen door bespoten druiven. Men krijgt dan dikwijls last van spijsverteringsstoornissen, gepaard gaande met sterke gistingsverschijnselen. Deze verschijnselen kunnen op lange termijn een auto-immuunrespons opwekken.
Een voorbeeld van een waargebeurd feit: Een oude vrouw lag als gevolg van een beroerte reeds jaren in bed. Deze vrouw was volledig verlamd. Op een bepaald moment weigerden de spijsverteringsorganen nog goed te functioneren. Toch moest ze de bessen of steenvruchten die de bezoekers meebrachten, laten staan. Ze kreeg namelijk zo’n half uur na het eten ervan een gevoel van beklemming, met krampen in de buik en oprispingen, waarna steevast diarree volgde. Dit duurde dan zo’n dag of twee, terwijl de vrouw zich al die tijd echt beroerd voelde. Ze vermeed daarom eenvoudig alle vruchten waarvan ze niet zeker wist of ze onbespoten of niet chemisch bemest waren. Zodra de patiënte namelijk kersen, aardbeien, pruimen, druiven, aalbessen, frambozen of bramen kreeg die volstrekt biologisch gekweekt waren, was er geen vuiltje aan de lucht. De stoornissen waren dan ook duidelijk aan de bespuitings- en bemestingsmiddelen te wijten.
Dit zijn niet de enigste voorbeeld. Er zijn genoeg bewijzen die ondertussen hebben aangetoond dat bespoten groeten en fruit zware stoornissen kunnen opwekken.
Principieel ben ik altijd tegen het spuiten met gif geweest. Als men al meent het niet zonder te kunnen stellen, behoort men de bespuitingen in elk geval in de winter uit te voeren. De boeren moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid en zowel zichzelf als hun werknemers en vooral hun kinderen afdoende beschermen. De gevolgen zijn niet altijd meteen herkenbaar. Bespuitingsmiddelen bevatten namelijk gedeeltelijk langzaam werkende vergiften, waartoe koper, lood, arsenicum en teer behoren. Nog veel gevaarlijker zijn de moderne bespuitingsmiddelen, de gechloreerde koolwaterstofverbindingen en de fosforzuurverbindingen in verschillende vormen. Deze giften blijven niet alleen aan de buitenkant van de vruchtschil zitten, maar dringen zelfs in de bladeren door en circuleren in het sap van de planten.
Het heeft geen zin meer een boer die na tien of twintig jaar spuiten (via vergiftiging) longkanker heeft, te vertellen dat hij bij het bespuiten altijd een masker had moeten dragen. Dus boeren: bezint eer ge begint.
Denk niet dat ons lichaam mettertijd wel aan deze vergiften gewend raakt, zodat ze ons geen schade meer kunnen toebrengen. Dat is helaas niet het geval. Een mijnwerker raakt ook niet gewend aan steenstof. Het heeft geen zin hem te vertellen aan welke gevaren hij is blootgesteld als hij al een ongeneeslijke stoflong, een silicose, heeft opgelopen. Deze ziekte zal onherroepelijk tot een vroegtijdige dood leiden. Houd daarom rekening met de gevaren die aan dergelijke beroepen kleven en wees nooit nalatig in het treffen van preventieve voorzieningen
Ondergoed van kunstvezel of liever niet?
elk ondergoed is beter, dat van zijde, van wol of van katoen? Wie er het geld voor had, droeg zijde; men zag dit als de gezondste kleding. Wol wordt niet door iedereen zo goed verdragen. Afhankelijk van de kwaliteit kan het wat jeuk veroorzaken. Vooral vrouwen in en na de overgangsjaren zijn erg gevoelig voor wol. Trouwens, vanaf de overgangstijd veroorzaakt zelfs katoen bij velen jeuk, zodat ze hun toevlucht moeten nemen tot het duurdere, uit natuurzijde vervaardigde ondergoed. Deze stof voorkomt iedere prikkeling en is prettig in het dragen.
Om zich te beschermen tegen de hitte van de dag en de nachtelijke kou dragen woestijnbewoners. Arabieren en Bedoeïenen, graag wijde wollen gewaden en mantels. Katoen heeft de eerste tijd veel tegenstanders gehad, maar is later toch ingeburgerd als een goed en goedkoop materiaal. Het nam steeds meer de plaats in van het veel duurdere linnen.
Alle zojuist genoemde weefsels worden ons door de natuur zelf geleverd en elk daarvan heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Wol en zijde isoleren beter dan katoen en linnen. Ze zijn dan ook heel geschikt voor de wat koudere tijden. Zijde is vooral in de zomer en bij grote hitte heel prettig om te dragen. Ze geeft voldoende verkoeling en men zweet minder.
Kunststoffen slecht voor ons?
Ook synthetische stoffen zijn alweer geruime tijd in de handel. Het principe van het fabricageprocédé lijkt op dat van de zijderups. Steeds weer blijkt de natuur onze grote leermeester te zijn. Wij mensen maken slechts povere imitaties.
Door fijne spindoppen wordt een vloeistof geperst, die aan de lucht verhardt tot een taaie draad. Deze draad kan dan precies zo worden gesponnen en geweven als zijde. De op die manier verkregen kunststoffen zoals nylon, perlon of hoe ze verder ook mogen heten, zijn voor de industrie van groot belang. Is het dragen van zulke weefsels echter gezond en aan te bevelen? Dat is de vraag die heel wat zieken mij hebben gesteld.
Welnu, wat heeft de ervaring ons geleerd? Nauwelijks waren de kunststoffen in de handel gekomen, of tal van vrouwen moesten constateren, dat zij vooral bij het dragen van nylons klachten kregen. Ook het nieuwe ondergoed veroorzaakte problemen in de vorm van reumatische pijnen en krampen. Toch ondervond niet iedereen zulke nadelige gevolgen. Op de een of andere manier schijnen de kunststoffen het elektrische spannings- of energieveld sterk te kunnen beïnvloeden en deels te verstoren. Volwassenen of kinderen die zulke klachten hebben, dienen daarom uitsluitend kleding van natuurvezels te dragen. Veronachtzaam dergelijke klachten niet, alleen omdat kunststofweefsels gemakkelijker en eenvoudiger te behandelen zijn.
Reumapatiënten en mensen met een gevoelig zenuwstelsel dienen eigenlijk helemaal geen kunststofweefsel te dragen. Hetzelfde geldt voor mensen met een slechte bloedsomloop; de kunststoffen zouden de klachten nog kunnen verergeren. Daarom willen we ook iedereen aanraden die lijdt aan psoriasis, geen synthetische kleding te dragen maar zoveel mogelijk gebruik te maken van natuurlijke producten.
Het is echter niet mogelijk een algemene norm aan te geven. U moet zelf nagaan, hoe u op de verschillende weefsels reageert. De praktijk zegt meer dan goed bedoelde adviezen.
Iedere stof ontwikkelt of bezit een bepaalde energie van elektromagnetische aard. Let u er ’s avonds maar eens op als u zich uitkleedt. Afhankelijk van het soort weefsel, ziet u gratis vuurwerk. De wetenschap weet nog lang niet alles en het onderzoek staat nog in de kinderschoenen. Probeer daarom zelf vast te stellen wat u wel of niet goed kunt verdragen.